“Voor oudere ambtenaren is formeel alles goed geregeld in Nederland. Maar hoe uitgebreider de regelingen worden, met mogelijkheden voor korter werken en eerder uitstromen, hoe minder aandacht er lijkt te zijn voor een gezonde en gelukkige eindsprint van de medewerker”, zo signaleert Hans van Westen. Hij roept overheidswerkgevers op om meer werk te maken van de laatste tien tot vijftien jaar van het dienstverband.
Bij Gradus begeleiden we mensen uit overheidsorganisaties bij loopbaantransities. En wat er ook is gebeurd, het lukt ons altijd om mensen weer op een goed loopbaanspoor te krijgen. Dat doen we graag en met verve. Toch bekruipt ons bij situaties van conflicten en ziekte soms het gevoel dat de ellende niet zo lang had hoeven duren als partijen eerder écht in gesprek waren gegaan.
Mijn inschatting is dat er vooral bij oudere medewerkers veel winst te halen is met inzet op structurele scholing, taakaanpassing en inzet op kernkwaliteiten. In onze praktijk begint ‘ouder’ bij vijftig. En we zien hen regelmatig vastlopen of afhaken. Soms ligt dat bij henzelf en voelen ze al een poosje dat het niet meer klopt wat ze aan het doen zijn. Dan is een loopbaantransitie een prima aanpak. Maar er zit nog een andere kant aan: hoe gaat de werkgever om met deze ervaren ambtenaren?
Werkgeverschap draait te weinig om de taken en kwaliteiten van de ervaren medewerker
Mij valt op dat het werkgeverschap te weinig om de taken en kwaliteiten van de ervaren medewerker draait en te veel om de faciliteiten eromheen. De CAO is lekker dik, de regelingen voor oudere ambtenaren zijn weer uitgebreid, alles lijkt formeel goed geregeld. Toch weegt dat allemaal niet op tegen het belang van mensen om werk te doen dat ze leuk vinden. Oudere werknemers waarderen het vooral als een werkgever ze helpt om goed te blijven functioneren. Zowel taakinhoudelijk, qua capaciteiten als qua rol in het team en de organisatie. En veel werkgevers moeten daar echt mee aan de slag, want het ontbreken daarvan leidt tot schade en onnodige uitval. Blijf investeren in het werk van medewerkers, is dan ook mijn oproep. Ja, oudere werknemers leren op een iets andere manier, en soms denk je misschien: kan dat niet wat sneller? Maar zoals je investeert in het inwerken van nieuwe mensen, moet je dat ook doen als een mens verandert. Maak het bijvoorbeeld mogelijk om taken aan te passen. Investeer in opleiding, ook van basisvaardigheden en vernieuwde kennis. En ga het gesprek aan. Wat kan en wil iemand nog en waar zit diens grootste toegevoegde waarde? Spreek de medewerker erop aan en faciliteer waar nodig. Gebeurt dat niet, dan gaan mensen inderdaad denken: ‘ik hoef nog maar ’n paar jaar’. En dan doe je de medewerker en de organisatie tekort.
Kortom, het gaat om de kern van het werk en hoe je dat goed uitvoert met elkaar. Leg daar het accent op en niet op de regelingen eromheen. “Ik hou je goed en blijf een prestatie van je verlangen”; een werkgever die dat uitstraalt, vergroot de kans aanzienlijk dat oudere medewerkers gezond, gelukkig en met trots de eindstreep halen.’